Aan het einde van de 19e eeuw besloot België een nieuwe haven aan de Noordzeekust te bouwen. Op 1 juni 1894 werd een overeenkomst gesloten tussen de Belgische Staat, de Stad Brugge en ondernemers L. Coiseau en J. Cousin. De haven zou bestaan uit drie delen: een voorhaven (Zeebrugge), een zeekanaal naar Brugge en een binnenhaven in Brugge.

De wet werd op 11 september 1895 goedgekeurd en op 13 september gepubliceerd. De bouw werd toevertrouwd aan de op 25 november 1895 opgerichte "Compagnie des Installations Maritimes de Bruges", nu M.B.Z. (Maatschappij van de Brugse Zeevaartinrichtingen). Brugge financierde 50% van het kapitaal; de rest kwam van privé-investeerders. De werken startten in 1896 en werden in 1905 voltooid.