Bloeiperiode 12e-14e Eeuw

Zeebrugge in de Middeleeuwen: Groei, Handel en Conflict

Door de groeiende bevolking ontstonden nieuwe parochies en grote kerken. Kooplieden (patriciërs) namen in de 12e eeuw het bestuur over, onder toezicht van de graaf. Na de moord op graaf Karel de Goede (1127) kregen rijke burgers privileges en bouwden een versterking rond de stad. Schepenen, allen kooplieden, beheerden economie en rechtspraak, wat spanningen met ambachtslui veroorzaakte.

In 1280 escaleerde dit conflict met de brand in het Belfort. Graaf Gwijde van Dampierre beperkte de macht van de schepenen, terwijl de Franse koning hen steunde en Zeebrugge bezette. De stad werd verdeeld tussen de ‘Lelieaards’ (Fransgezinden) en de ‘Klauwaards’ (aanhangers van de Vlaamse graaf). In 1302 wonnen de Klauwaards de Slag der Gulden Sporen, waardoor ambachtslui politieke inspraak kregen.

In de 14e eeuw bloeide Zeebrugge als handelscentrum tussen Zuid- en Noord-Europa. Vlaamse producten zoals laken en zuivel werden verhandeld tegen wol, tin, wijn en specerijen. Buitenlandse kooplieden vestigden zich in de stad en vormden netwerken zoals de Duitse Hanze, die een invloedrijk hoofdkantoor oprichtte. De Vlaamse Hanze van Londen bevestigde Zeebrugges rol als economisch knooppunt.